10 Tips voor het geven van borstvoeding

Borstvoeding

De meest gezonde start voor een kind is het krijgen van borstvoeding. Borstvoeding geven gaat echter niet vanzelf. Het is oefenen voor moeder en kind en het duurt ongeveer 4 weken voordat jullie helemaal op elkaar ingespeeld zijn en het geven van borstvoeding soepel verloopt. Borstvoeding vergt ook goede begeleiding en ondersteuning van de kraamverzorgster, je partner en evt familie/vrienden.

Voordelen van borstvoeding:

  • Borstvoeding bevat antistoffen: borstgevoede kinderen hebben minder last van maagdarm-, luchtweg-, en oorinfecties. Daarnaast beschermen de antistoffen tegen het ontwikkelen van allergieën. Borstgevoede kinderen hebben minder vaak last van astma, eczeem en andere allergieën.
  • Borstvoeding verkleint de kans op wiegendood.
  • Borstvoeding is altijd bij de hand, op de juiste temperatuur en heeft de juiste samenstelling voor je kind. Elke voeding heeft een andere samenstelling aangepast aan de behoefte van je kind.
  • Borstvoeding zorgt voor een betere spraakontwikkeling. Je kind gebruikt mondspieren en de tongspier die nodig zijn bij het praten.
  • Borstvoeding zorgt voor minder kans op suikerziekte,  hart- en vaatziekten en overgewicht op latere leeftijd.
  • Borstvoeding zorgt voor het sneller kleiner worden van de baarmoeder en daardoor voor minder bloedverlies.
  • Borstvoeding verkleint de kans op borstkanker bij de moeder, bij het geven van borstvoeding gedurende minimaal 6 maanden.
  • Borstvoeding zorgt voor een sneller gewichtsverlies bij de moeder na de bevalling.
  • Tenslotte kan je kind direct aan de borst en hoeft niet te huilen terwijl hij/zij moet wachten op een fles die nog klaar gemaakt moet worden.

 

Hoeveel voeding heeft je baby nodig? Moet je naast borstvoeding ook bijvoeding geven? Borstvoeding geven gaat niet altijd zo soepel als je zou willen en daarom hebben de meeste jonge moeders tal van vragen.  Hierronder volgen een aantal tips.

  1. Volg een borstvoedingscursus

Bereid je goed voor op het geven van borstvoeding door tijdens je zwangerschap al een cursus te volgen. Neem je partner of familie die dicht bij je staat en jou wil steunen mee. Ondersteuning in je omgeveing is erg belangrijk voor een succesvolle borstvoedingsperiode. Jullie leren hier alles over de werking van borstvoeding, het aanleggen, hoe je weet of je kindje genoeg voeding krijgt en het voorkomen en oplossen van problemen.

  1. Leg je baby na de geboorte op je blote huid

Huid-op-huidcontact na de bevalling is enorm belangrijk. Dit heeft zeer veel voordelen     De baby blijft goed op temperatuur en kan vaak zelf – of met een beetje hulp – de borst vinden. Dit heeft een positief effect op de duur en het verloop van de borstvoedingperiode. Daarnaast het is belangrijk voor de hechting met je kindje .Het eerste uur na de bevalling wordt ook wel “The golden Hour “(het gouden uur)genoemd.

  1. Voed je baby op verzoek

Voeden op verzoek is zeker een aanrader . Borstvoeding werkt namelijk vaak het beste als je de goedbedoelde voedingsschema’s negeert. Kijkt en luister naar de voedingssignalen of ook wel hongersignalen die je baby geeft, zoals als het zuigen op de handjes of het likken met de tong. Door te voeden op verzoek van je baby, ontwikkelt hij een eigen drinkritme. Dat schema kan gedurende de borstvoedingsperiode variëren. Het is afhankelijk van verschillende factoren. Over het algemeen geld: aanleggen, aanleggen, aanleggen. Hoe meer je aanlegt hoe sneller de productie op gang komt. Hierdoor is 8-12 voedingen niet ongewoon.

  1. Geef alleen bijvoeding op medisch advies

Bijvoeding is alle voeding die je baby niet direct uit de borst drinkt. Als alles goed gaat en je baby drinkt goed en regelmatig, dan heeft de baby voldoende aan jouw melk. Blijft de baby achter in gewicht, dan is het belangrijk (maar dat geldt voor alle klachten met het geven van borstvoeding) dat je de oorzaak achterhaalt. Kom je daar zelf niet achter, vraag dan advies, bijvoorbeeld bij een lactatiekundige.

  1. Geef geen fopspeen

Het sabbelen op een fopspeen is een andere drinktechniek dan het drinken aan de borst: het mondje hoeft minder ver open en de tong maakt een andere beweging. Als baby’s in de eerste weken na de bevalling een (fop)speen krijgen, is de kans aanwezig dat zij niet de juiste drinktechniek behouden. Sommige baby’s raken hiervan in de war en zo kan er de zogeheten tepel-speenverwarring ontstaan.

Ook kan het zijn dat je de voedingssignalen van je kindje niet oppikt als je een speentje geeft. Je baby wil aan de borst maar krijgt een speentje en valt daar misschien op in slaap. Zo verstoor je het principe van vraag en aanbod en kan de borstvoeding teruglopen. Als je toch een speentje wilt geven, doe dit dan als je borstvoeding en het aanleggen probleemloos verloopt en als je zeker weet dat je baby klaar is met drinken.

  1. Geef in de eerste weken geen bijvoeding met de fles

Om tepel-speenverwarring te voorkomen is het beter eventuele bijvoeding op een andere manier te geven dan met de fles, bijvoorbeeld met een cupje of via vingervoeden. De kraamverzorgende kan uitleggen hoe je dat het beste kunt doen. Na een week of zes is het een goed moment om een kolf te kiezen en om de baby aan het drinken uit een fles te laten wennen.

  1. Laat je baby in de kraamtijd op je eigen slaapkamer slapen

Door je baby dicht bij je te hebben, vang je de subtiele voedingssignalen het beste op. Huilen is het allerlaatste signaal dat een baby kan geven. Je kunt je baby niet verwennen!

  1. Vertrouw op je eigen gevoel

Tijdens de kraamperiode word je waarschijnlijk overspoeld met goed bedoelde adviezen van zorgverleners en de mensen om je heen. Twijfel niet aan jezelf en probeer je eigen pad te kiezen. Kijk naar de baby, luister naar je hart en doe waar jij en de baby je goed bij voelen.

Je moet je kindje leren kennen en dat kost tijd. Investeer hierin. Probeer geen zorgen te maken als daar geen aanwijzingen voor zijn.

  1. Zorg goed voor jezelf, zorg voor voldoende rust, slaap, goed eten en drinken.

Borstvoeding geven kost veel energie. Vaak heb je nog gebroken nachten. Die rust moet je ergens compenseren. Pak je rust waar kan. Plan niet teveel bezoek en zorg dat je wat hulp krijgt bij het huishouden. Maak een goede taakverdeling met je partner.        Wanneer je niet goed voor jezelf zorgt kun je ook niet goed voor een ander zorgen.

  1. Schakel op tijd hulp in

Blijf niet rondlopen met klachten of onzekerheden, maar zoek hulp als je dat nodig vindt. Via de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk of de borstvoedingsorganisatie LLL kun je in contact komen met andere moeders die borstvoeding geven.

Voor persoonlijke begeleiding kun je een lactatiekundige inschakelen. Deze vind je op de site van de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen. Meestal heb je maar één consult van anderhalf uur nodig om de problemen op te lossen.